Geëmancipeerde vrouwen avant la lettre


Als Johanna Huibers weduwe wordt staat ze later te boek als touwslaagster. Ze hertrouwt een jaar later onder huwelijkse voorwaarden. Voor die tijd bijzonder. 

Jaren later, in 1946, komt een volgende touwslager, Jan Bekkers, te overlijden. Zijn vrouw Tonnie blijft eveneens achter met de touwzaak.

Theodora van den Heuvel, de echtgenote van Franciscus Bekkers, runt naast haar gezin met 8 kinderen, een winkel in koloniale waren en manufacturen. Ze is kennelijk handig met naald en draad want ze creëert toeren voor derden. Toeren zijn in Limburg hoofdtooien die we in Brabant als poffer kennen. Tante Leen vertelde dat opoe voor velen toeren* maakte en er zelf slechts een keer eentje droeg nl op haar zilveren bruiloft.

*Het in Limburg gebruikte woord toer voor poffer zou verwijzen naar het gebruik om dit hoofddeksel te dragen als men op stap, op toer, ging. Maar volgens toer- en pofferkenner Harry Linskens uit Venray komt ‘toer’ van het Franse Touronette dat zoiets betekent als vrouwelijke opschik..   

Het gouden bruidspaar van den Heuvel met rechts onze opa Frans en opoe Theodora

Theodora komt uit een grote familie in Maashees en op bovenstaande foto viert de familie het gouden huwelijksfeest van vader en moeder van den Heuvel, voor hun huis, dat er helaas niet meer is omdat het moest wijken voor uitbreidingsplannen van Havens.(???)

Haar dochters erven van haar een zekere handigheid, zelfstandigheid en handelsbekwaamheid:

De oudste dochter Gien trouwt met een schilder en runt met hem een middelgroot schildersbedrijf in Sambeek. Ze bouwen een mooi huis dat in de oorlog met de grond gelijk wordt gemaakt.

Gelukkig kunnen ze geld lenen van zakenvrouw en moeder Theodora getuige onderstaande documenten: een lening van 2.000 gulden in 1942 en een lening van 12.000 gulden in 1948. Beide tegen 3 %

Dochter Anna is gediplomeerd coupeuse en behaalt al in 1931, op 23 jarige leeftijd, haar rijbewijs.

Dochter Maria zal naast haar gezin van 12 kinderen, het postkantoor van Maashees runnen. Ze wordt weduwe als het jongste kind 2 is en weet zich desondanks staande te houden.

Dochter Bertha haalt in 1939 het “bewijs van geoefendheid als helpster” en zal later naast haar gezin van 9 kinderen een winkel runnen in huishoudelijke artikelen.

Dochter Helena gaat evenals An eerder deed naar kostschool (tegen haar zin maar verplicht omdat Bertha niet wilde) en werd coupeuse. Veel heeft ze niet gedaan met haar vaardigheden. Ze blijft single nadat haar verloofde om komt bij het bombardement van Nijmegen. Zij zal moeder Theodora blijven vergezellen en ondersteunen en de zaak over nemen, inclusief nieuwbouw.

Het is een prachtige winkel maar tijden veranderen en het bestaansrecht voor winkels in kleine kernen als Maashees neemt af.

Leentje verzint alternatieven om inkomsten te vergaren. Ze neemt kostgangers (Trix, Bas oa) en begint een pension.

Onderstaande advertentie staat in het NRC van 16 mei 1972

Het is een van de accommodaties in het “toeristendorp” Maashees, getuige onderstaand overzicht in het VVV bulletin van de gemeente Vierlingsbeek uit 1969.

Kennelijk brengt het allemaal niet genoeg op want in 1973 solliciteert Leen naar een functie als gastvrouw in een verpleeghuis. Helaas wordt ze niet aangenomen.

In de latere generaties zullen er nog veel geëmancipeerde nazaten komen.

Een voorbeeld: Nicole verwijst in haar motivatie op de website van haar werk naar de zakelijke inspiraties van haar beide grootmoeders.