De kinderen van Frans Bekkers, generatie 1


Regina, roepnaam Gien

De oudste dochter van Frans en Theodora trouwt op 24 oktober 1934 met Gerardus Henricus Kusters, roepnaam Gerrit. Gerrits is huisschilder in Sambeek en organist en koster van de parochie. Gerrit ok ook muziekliefhebber. Hij speelt klarinet en piano, is dirigent van diverse muziekgezelschappen, regisseert toneelstukken en revues en verzorgt de decors en schmink. Het echtpaar bouwt er een mooi huis, dat helaas tijdens de oorlog met de grond gelijk wordt gemaakt.

Ze krijgen samen 8 kinderen:Frans, Jacqueline, Wim, Henk, Gerard, Thea, Jos, Jan (mogelijk niet de goede volgorde)

Gezin Kusters op 25 jarig huwelijk. V.l.n.r. Moeder Gien, vader Gerrit, Wim, Thea, Cocky (verloofde Frans), Frans, Jacqueline, Henk, Jan, Bets (partner Gerard), Gerard, Jos.

Johanna Hermina Theodora, roepnaam An

An was een geëmancipeerde dame. Ze werd coupeuse en gaf naailessen. In de winkel van opoe kon men stoffen kopen en de gewenste kleding laten maken. Op haar 23 ste haalde ze haar rijbewijs. Met broer Jan genoot ze van autotochtjes. Tijdens de oorlog kwam ze in bevrijd gebied om door een granaat. Zie hiervoor bij vertellingen de verhalen uit WOII.

Sportief is de dame ook zoals uit onderstaand krantenbericht blijkt. Onze familie valt dik in de prijzen.

An en Jan bij de familie auto

Gerardus Johannes Hubertus, roepnaam Gerrit

De oudste zoon van Frans en Theodora ging na de lagere school naar Maastricht waar hij een opleiding tot onderwijzer voltooide. In 1930 trad hij toe tot de Orde van Onbevlekte Ontvangenis van Maria, oftewel: de broeders van Maastricht. Na het noviciaat legde hij als broeder Alipius zijn gelofte af. Hij werkte 3 jaar in een school in Haarlem en daarna 3 jaar in Amsterdam waar hij orgel studeerde bij een bekend musicus. In 1937 kwam hij terecht in Wehl waar hij zowel onderwijzer als ziekenbroeder was in een pensionaat. Ondertussen studeerde hij voor dirigent waarvoor hij met Pasen 1940 slaagde. Hij zou talloze koren leiden, haalde als eerste in de Achterhoek het EHBO diploma, werd kaderinstructeur en zat jarenlang in de Bondsraad. Vervolgens was hij medebestuurder bij de oprichting van een bibliotheek. Tot zijn 75ste bleef hij actief. Twee reizen maakte hij: naar Rome na zijn 40-jarig jubileum en naar Israël na zijn 50-jarig jubileum, beide grootse feestje.

  • In 1970 werd hij geëerd met een gouden medaille van Oranje Nassau tijdens zijn 40 jarig kloosterjubileum.
  • In 1976 ontving hij de pesticieuze onderscheiding: “Pro Ecclesia te Ponifice”.
  • In 1977 kreeg hij een zeer hoge, zelden uitgereikte, onderscheiding van de EHBO: het Bondskruis 3e

Johannes Hubertus, roepnaam Jan

Jan volgde zijn vader op als koster bij de Maashese parochie en als touwslager. Hij trouwde met Tonny Smits, de zus van Sjef. Dubbele familie dus.

Ze kregen samen 4 kinderen: Riet, Thea, Frans en Jan.

Jan was muzikaal. Hij speelde bas-tubar won vele soloconcours, gezien de vele krantenberichten die hiervan zijn.

Op 5 september 1945 overlijdt hij in het Canisiusziekenhuis Nijmegen aan de verwondingen, opgelopen in een motorongeluk.

Maria Arnold Huberta, roepnaam Maria

Maria trouwde met Jan Verstralen op 28 juni 1939. Jan was een achterneef en hij was timmerman van beroep. Ze kregen samen 12 kinderen. De jongste was pas 2 toen Jan om kwam bij een motorongeluk. Er werd nog schedel gelicht in het Radboutziekenhuis maar dat mocht niet baten. Maria stond er alleen voor. Sterk was ze. Naast het drukke en soms chaotische gezin runde ze zeer contentieus het plaatselijke postkantoor. Die ruimte zat altijd op slot en zag er onberispelijk uit. In de deur zat een klep: de Bali.

Huberta Petronella, roepnaam Bertha

Bertha was de op een na jongste in het gezin en werkte thuis in de huishouding en in de winkel. Ze wilde niet naar het internaat in Mariaheide waar Anna had gezeten. Jongere zus Leentje nam dat haar kwalijk want toen moest die er aan geloven. Bertha werd in de mobilisatietijd helpster bij het het Rode Kruis. Op een bedevaart naar de Smakt kreeg ze verkering met Sjef Smits, waar ze op 20 oktober 1940 mee trouwden waarmee ze 9 kinderen kreeg

Helena Gerarda, roepnaam Leentje

Leentje is de jongste. Ze wordt couveuse, net als haar zus Anna, maar ze haat het beroep. Had wel altijd een naaimachine, kon voor de winkel ook ladders in Nijlon kousen ophalen, heeft nog voor de nieuwe basisschool in 1959 de gordijnen voor de klaslokalen gemaakt maar daar bleef het dan ook bij. Leen kreeg verkering met Jan van Kreij uit Geffen. Het contact kwam via Lies, de jonge vrouw die in de mobilisatietijd in huize Bekkers gestationeerd werd. Het werd een hartsvriendin van de familie en ze prijkt op vele foto’s. Lang hebben Jan en Leent niet samen gehad want bij het bombardement in Nijmegen kwam Jan om. Zijn verhaal staat bij de oorlogsverhalen (zie vertellingen). Op verzoek van haar moeder krijgt Leen de winkel zodat ze in haar levensonderhoud kan voorzien. Omdat het ouderlijk huis is verwoest in de oorlog wordt in het achterhuis een noodwoning annex winkel geregeld. In 1956 is de nieuwe winkel klaar. Hypermodern. Een afdeling stoffen en fournituren, een afdeling kleding, een hoek voor drogisterijartikelen en tabak en dan de kruideniersafdeling nog. Een echte zakenvrouw is Leen niet. Met veel moeite en met wat familiehulp houdt ze het hoofd boven water. Wat ze wel goed kan is het gezellig maken: ze is een top gastvrouw en de keuze om kostgangers in huis te nemen was dan ook een succes. De meesten werden vrienden voor het leven. Ook draaide ze een tijd lang een vakantiepension. De gasten waren stuk voor stuk zeer complimenteus over de verzorging. Voor 10 gulden pp per dag had je een all inclusive pakket te pakken.