Omdat onze voorouders al eeuwenlang in Maashees woonde is wat achtergrondinformatie nuttig en waardevol.
Vandaar dit hoofdstuk, toegevoegd aan het geheel van onze familiegeschiedenis.test
Maashees werd vroeger geschreven als Maeshese, Masses en Maashees.Het achtervoegsel hees betekent doorgang, laag gewas. Hees betekent ook “hoger gelegen”.
Maashees betekent dus zoiets als: hoger gelegen plek bij doorgang over de Maas.
De oudste vermelding van Maashees dateert uit 1375.
Van 1715 1795 was het dorp onderdeel van de zgn. Oostenrijkse Nederlanden dat viel onder het huis der Habsburgers.
De gemeente Maashees en Overloon is ontstaan tijdens de Napoleontische tijd; aan het begin van de Franse bezetting 1810 werden er gemeenten gevormd. Maashees, waar ook Holthees toe hoorde, werd samen gevoegd met Overloon. Hoewel Overloon groter was kwam het gemeentehuis in Maashees te staan tot ergernis van de inwoners van Overloon, het grootste dorp. Toen er eindelijk een plan was voor een nieuw gemeentehuis in Overloon was werden op 1 mei 1942 de dorpen samen met Vortum Mullem, Groeningen en Vierlingsbeek een gemeente: gemeente Vierlingsbeek.
De gemeente, waartoe Maashees vanaf toen behoorde, werd daardoor meteen twee keer zo groot. De meest recente verandering was de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1998, waarbij de gemeente Vierlingsbeek met de dorpen Maashees, Holthees en Overloon opging in de gemeente Boxmeer.
In de Romeinse tijd was Maashees en omgeving belangrijk: de Romeinse heerbaan van Tongeren naar Nijmegen liep door het dorp.
Op het grondgebied van Maashees werden dan ook, naast Germaanse urnen, veel Romeinse voorwerpen zoals munten gevonden. Maashees maakte vanouds deel uit van het overambt (Vierlingsbeek) in het land van Cuijk. In het zuiden grensde het aan het land van Kessel. In het oosten aan het land van Gelre.
De oudste vermelding van Maashees dateert, zoals eerder al vermeld uit 1375.
De kerk en het geloof
Tijden het 12 jarig bestand (1609 1621) van de 80 jarige oorlog (1568 1648) vochten de protestanten onderling een machtsstrijd uit. Daarna werd in de door de Republiek veroverde gebieden de Hervormde Kerk tot staatsgodsdienst verheven en gingen de kerken naar de protestanten. Vanaf 1624 werd er in Geijsteren een gezamenlijk doopregister voor Maashees en Geijsteren bijgehouden en dit maakt dat er via dit register toch veel terug gevonden kan worden over familieleden. Waarschijnlijk gingen de Maashese katholieken ook wel in Geijsteren naar de kerk. Geijsteren viel namelijk buiten de republiek en zal pas definitief tot Nederland horen vanaf 1866. Door de heren van Cuijk was het al in de 13e eeuw verkocht aan de graven van Gelre; in 1830 koos het aansluiting bij België en via het vredesverdrag van Londen in 1839 kwam het bij de Duitse bond, die in 1866 werd opgeheven waarna het dorp definitief bij Nederland kwam.
In de 19e eeuw telde het dorp Maashees ca 300 inwoners. Zeker 10% zal hebben bestaan uit onze familieleden uit die tijd.
Op 14 juni 1719 vond er in Maashees een grote dorpsbrand plaats. De protestanten in Maashees hadden weinig geld voor onderhoud en het kerkgebouw werd bouwvallig. Toen de godsdienstvrijheid terug kwam in de Bataafse republiek (1795 1801) was natuurlijk de kerk niet meteen aan de beurt voor renovatie, wat maakt dat dieven in een nacht veel waardevolle spullen stalen.
In 1819 bouwde men een nieuwe kerk en in 1898 de klokkentoren. Voor de kerk kwam het H. Hartplein met het Heilig Hartbeeld, geschonken door de inwoners van Maashees.
Het Heilig Hartbeeld staat er nog altijd trots te wezen, maar dan nu voor een groot kantoorgebouw.
Inmiddels was de Bataafse Republiek overgegaan in het Bataafse Gemenebest (1801-1806) om daarna koninkrijk Holland” te worden.
Maashees lag aan de grens. Napoleon voerde naast de bestuursstructuren ook de persoonsregistratie in.
Voordien waren er wel doopboeken. Van Maashees zijn de dopen vastgelegd tussen 1798 en 1811.
Vóór 1798 vormde Maashees samen met Geijsteren een parochie en zijn de dopen in het doopregister van Geijsteren terug te vinden. Nu zou dat provincie overschrijdend zijn. De gegevens staan er meestal in het Nederlands maar gedurende een aantal jaren in het
latijn, zoals hieronder de aankondiging van de doop van Lambertus, de legitieme zoon van Gabriel Smits en Anna Maria Hensen.
Geijsteren D1795017 – 29 -12 -1795
Ex Maeshees Vigesima nona Decembris natus et baptizatus est Lambertus filius
legitimus Gabrielis Smits et Annae Mariae Hense Conjugum:
suscepere eum Henricus Hense et Joanna Lensen
Bestuur en rechtspraak
Maashees vormde vanaf het einde van de vijftiende eeuw samen met Holthees een schepenbank met een zogenaamde lage jurisdictie. Alle andere zaken moest men aan de schepenbank van Grave voorleggen.
Maashees en Holthees hadden niet alleen een gezamenlijke rechtspraak, beide plaatsen deelden ook het dorpsbestuur, dat naast de schepenen bestond uit nog eens drie of vier gezworenen. Een van hen was de schatbeurder, ofwel de financieel verantwoordelijke
functionaris (elders vaak burgemeester genoemd).
Van 1795 1810
Tussen 1794 (na de Franse inval) en 1810 was het behoorlijk onrustig: het grondgebied van Nederland, en dus ook dat van Maashees en Holthees maakte eerst deel uit van de Republiek Frankrijk (1794 1795), vervolgens van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1795- 1796), de Bataafse Republiek (1796-1805), het Bataafs Gemenebest (1805-1806) en het Koninkrijk Holland (1806-1810). Ten slotte werd het totale Nederlandse grondgebied geannexeerd door Frankrijk en maakten we deel uit van het Keizerrijk Frankrijk (1810-1814).
Het gevolg daarvan was onder meer dat Nederland bestuurlijk werd ingericht naar Frans model. Op lokaal niveau ontstonden gemeenten met een rol in het openbaar bestuur.
Voordien waren rechtspraak, notariële taken en waterschapslasten afzonderlijk georganiseerd. Aan het hoofd van de gemeente stond de “maire”.
Zo werden Maashees, Holthees en Overloon samengevoegd tot de gemeente Maashees en Overloon. Deze gemeente heeft bijna anderhalve eeuw bestaan, tot in 1942.
*in die tijd leefde onze voorvader Gabriel Smits 1757-1820). Beroep hoefsmid.
in die tijd leefde ook onze voorvader Francis Bekkers (1760-1841). Beroep touwslager.
Allebei maakten ze al deze veranderingen mee.
Gemeentewapen
Het gemeentewapen van Maashees en Overloon is vastgesteld in 1817, met de volgende omschrijving: “van lazuur (= blauw) beladen met zeven ronde gerstebroden van goud.” Dit oude gemeentewapen ging terug op het schepenzegel uit 1746. In dat jaar is het
schependoms zegel opnieuw gesneden, waarbij het oude schependoms zegel uit de vijftiende eeuw waarschijnlijk te vrij is geïnterpreteerd.
In het oude schepenzegel was er sprake van zes bollen, onderling van elkaar gescheiden door scheidingsdeeltjes. De zes bollen zouden oorspronkelijk een mispelbloem hebben kunnen voorstellen, wellicht onder invloed van het hertogdom Gelre. Zo’n invloed op de
vorm van het Maashese schependoms zegel is niet ondenkbeeldig, aangezien het in die tijd tot Gelre behorende Venray op een steenworp afstand lag en Maashees voor Venray in die tijd de overslagplaats voor goederen was vanwege de loswal aan de Maas.
In de 19e eeuw telde het dorp ca 300 inwoners.
In de aanloop naar WOII is het extreem druk in het dorp: 100 (sommige bronnen vermelden 200) militairen zijn ingekwartierd en overnachten bij particulieren en in stallen.
Op een bewoners aantal van ca 800 inwoners is dit niet niks. Ze waren er ter verdediging van de Maasland. Koortsachtig werd er gebouwd aan de betonnen bunkers, waarmee begonnen was in 1936.
en dit was niet de eerste keer: tijdens de Belgische opstand moest Maashees, samen met Holthees 206 soldaten en 162 paarden huisvesten enook nog karren voor vervoer ter beschikkign stellen.
Plaatjes van Maashees in de jaren ’ toen wij er op groeiden. Boven: de nieuwe betonbaan dwars door het dorp, daaronder: “Op den Berg”, uitspanning met watersport, hieronderonder: de silo van Havens, daaronder: de boerderij van
Welles.: het Bovenshuis.